Wet Poortwachter tweede spoor
De Wet verbetering Poortwachter is in 2002 ingevoerd om ziekteverzuim terug te dringen en te voorkomen dat werknemers onnodig langdurig ziek thuis blijven. Het doel van de wet is om zieke werknemers zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. Als een werknemer langdurig ziek is, moet de werkgever ervoor zorgen dat de werknemer op tijd de juiste ondersteuning krijgt om terug te keren naar het werk. In dit artikel gaan we in op het tweede spoor van de wet Poortwachter. Wat is het tweede spoor en wat houdt het in?
Inleiding
De Wet verbetering Poortwachter verplicht werkgevers om zich in te zetten voor de re-integratie van hun zieke werknemers. Als een werknemer langdurig ziek is, moet de werkgever samen met de werknemer een plan van aanpak opstellen. In dit plan van aanpak worden afspraken gemaakt over de re-integratie van de werknemer. Het plan van aanpak moet binnen zes weken na de ziekmelding worden opgesteld. Als het plan van aanpak niet op tijd wordt opgesteld, kan de werkgever een boete krijgen.
Het plan van aanpak moet worden opgesteld in samenwerking met de werknemer en de bedrijfsarts. De bedrijfsarts geeft advies over de mogelijkheden en beperkingen van de werknemer. Op basis van dit advies worden afspraken gemaakt over de re-integratie van de werknemer. De werkgever moet zich inspannen om passend werk te bieden aan de werknemer. Als er geen passend werk beschikbaar is binnen het bedrijf, moet de werkgever op zoek naar ander passend werk bij een andere werkgever. Dit wordt het tweede spoor genoemd.
CareerSolution heeft een zeer ruime ervaring in het verzorgen van tweede spoor trajecten voor hoger opgeleiden. Wilt u weten wat CareerSolution voor u kan betekenen?
Contact opnemen
Het tweede spoor
Als er binnen het bedrijf geen passend werk beschikbaar is voor de werknemer, moet de werkgever op zoek naar ander passend werk bij een andere werkgever. Dit wordt het tweede spoor genoemd. Het tweede spoor is een verplichting voor werkgevers die voortvloeit uit de Wet verbetering Poortwachter. Het tweede spoor houdt in dat de werkgever actief op zoek gaat naar ander passend werk voor de werknemer bij een andere werkgever.
De werkgever moet de werknemer hierbij ondersteunen. De werkgever kan bijvoorbeeld een outplacementbureau inschakelen om de werknemer te begeleiden bij het vinden van ander werk. Het outplacementbureau kan de werknemer helpen bij het opstellen van een CV, het schrijven van sollicitatiebrieven en het vinden van vacatures. De werkgever moet de kosten van het outplacementbureau betalen.
Het tweede spoor is bedoeld om de werknemer zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. Het is belangrijk dat de werknemer zo snel mogelijk weer aan het werk gaat, omdat langdurig ziekteverzuim nadelige gevolgen heeft voor zowel de werknemer als de werkgever. Voor de werknemer kan langdurig ziekteverzuim leiden tot een verlies aan inkomen en het risico op sociale isolatie. Voor de werkgever betekent langdurig ziekteverzuim extra kosten en het risico op verlies van productiviteit. Daarnaast kan het leiden tot verstoorde arbeidsverhoudingen.
Het tweede spoor is niet alleen van belang voor de re-integratie van de werknemer, maar ook voor de werkgever. De werkgever is namelijk verantwoordelijk voor de kosten van het ziekteverzuim. Als een werknemer langdurig ziek thuis zit, moet de werkgever het salaris doorbetalen. Daarnaast kunnen er extra kosten ontstaan, zoals kosten voor vervanging van de werknemer en kosten voor arbodienstverlening.
Door actief op zoek te gaan naar ander passend werk voor de werknemer bij een andere werkgever, kan de werkgever de kosten van het ziekteverzuim beperken. Daarnaast kan het tweede spoor bijdragen aan het behoud van goed werkgeverschap. Werkgevers die zich actief inzetten voor de re-integratie van hun zieke werknemers, tonen hun betrokkenheid bij de werknemer en vergroten daarmee de kans op behoud van talentvolle werknemers.
De rol van de bedrijfsarts
De bedrijfsarts speelt een belangrijke rol bij de re-integratie van de werknemer. De bedrijfsarts adviseert de werkgever over de mogelijkheden en beperkingen van de werknemer en geeft aan welke stappen er moeten worden genomen om de werknemer weer aan het werk te krijgen. Daarnaast adviseert de bedrijfsarts over de inzet van het tweede spoor.
Als de bedrijfsarts van mening is dat er geen mogelijkheden zijn voor re-integratie binnen het bedrijf van de werkgever, adviseert hij de werkgever om het tweede spoor in te zetten. De bedrijfsarts kan de werkgever daarbij adviseren over het inschakelen van een outplacementbureau en het opstellen van een plan van aanpak voor het tweede spoor.
De bedrijfsarts blijft gedurende het re-integratietraject betrokken bij de werknemer en de werkgever. Hij beoordeelt regelmatig de voortgang van de re-integratie en adviseert over eventuele aanpassingen in het plan van aanpak.De verplichtingen van de werkgever
De werkgever heeft een aantal verplichtingen als het gaat om de re-integratie van de zieke werknemer. De werkgever moet zich inspannen om passend werk te bieden aan de werknemer en moet daarbij rekening houden met de mogelijkheden en beperkingen van de werknemer. Als er binnen het bedrijf geen passend werk beschikbaar is, moet de werkgever op zoek naar ander passend werk bij een andere werkgever.
De werkgever moet de werknemer ondersteunen bij het vinden van ander passend werk. Dit kan bijvoorbeeld door het inschakelen van een outplacementbureau. De werkgever moet de kosten van het outplacementbureau betalen.
De werkgever moet zich aan een aantal termijnen houden. Zo moet het
plan van aanpak binnen zes weken na de ziekmelding worden opgesteld. Als het plan van aanpak niet op tijd wordt opgesteld, kan de werkgever een boete krijgen.
Daarnaast moet de werkgever de voortgang van de re-integratie regelmatig evalueren en bijstellen indien nodig. Als de re-integratie niet voorspoedig verloopt, moet de werkgever in overleg met de werknemer en de bedrijfsarts nagaan welke aanpassingen er nodig zijn om de re-integratie weer op koers te krijgen. Ook moet de werkgever de werknemer tijdig informeren over de voortgang van de re-integratie en over eventuele wijzigingen in het plan van aanpak.
Als de werkgever zich niet houdt aan de verplichtingen uit de Wet verbetering Poortwachter, kan dat gevolgen hebben voor de hoogte van de loondoorbetaling. Als de werkgever niet voldoende inspanningen heeft geleverd voor de re-integratie van de werknemer, kan het UWV besluiten om de loondoorbetaling stop te zetten of te verminderen. Daarnaast kan de werkgever een boete krijgen als hij zich niet houdt aan de verplichtingen uit de wet.
Het belang van goede communicatie
Goede communicatie tussen werkgever, werknemer en bedrijfsarts is van groot belang bij de re-integratie van de zieke werknemer. De werknemer moet goed op de hoogte worden gehouden van de voortgang van de re-integratie en van eventuele wijzigingen in het plan van aanpak. Daarnaast moet de werknemer voldoende gelegenheid krijgen om zijn wensen en ideeën kenbaar te maken.
Ook de bedrijfsarts speelt een belangrijke rol bij de communicatie. De bedrijfsarts moet de werknemer duidelijk informeren over zijn mogelijkheden en beperkingen en moet de werkgever adviseren over de stappen die moeten worden genomen om de werknemer weer aan het werk te krijgen. Goede communicatie tussen alle partijen kan bijdragen aan een snellere en succesvolle re-integratie van de werknemer.
Conclusie
De Wet verbetering Poortwachter is bedoeld om langdurig ziekteverzuim terug te dringen en zieke werknemers zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. Het tweede spoor is een verplichting voor werkgevers die voortvloeit uit de Wet verbetering Poortwachter. Het tweede spoor houdt in dat de werkgever op zoek gaat naar ander passend werk voor de werknemer bij een andere werkgever als er binnen het bedrijf geen passend werk beschikbaar is.
De bedrijfsarts speelt een belangrijke rol bij de re-integratie van de werknemer en adviseert de werkgever over de mogelijkheden en beperkingen van de werknemer en over de inzet van het tweede spoor. De werkgever heeft verplichtingen ten aanzien van de re-integratie van de werknemer en moet zich aan een aantal termijnen houden. Bij de re-integratie is goede communicatie tussen werkgever, werknemer en bedrijfsarts van groot belang.
Het tweede spoor kan bijdragen aan een succesvolle re-integratie van de werknemer en kan bovendien de kosten van het ziekteverzuim voor de werkgever beperken. Het is daarom belangrijk dat werkgevers zich actief inzetten voor de re-integratie van hun zieke werknemers en zich houden aan de verplichtingen uit de Wet verbetering Poortwachter.
Het is van belang dat werkgevers zich bewust zijn van het belang van goed werkgeverschap en de rechten en plichten die voortvloeien uit de Wet verbetering Poortwachter. Werkgevers die zich inzetten voor de re-integratie van hun zieke werknemers, tonen hun betrokkenheid bij de werknemer en vergroten daarmee de kans op behoud van talentvolle werknemers.
Tot slot is het van belang dat werkgevers en werknemers tijdig actie ondernemen bij ziekteverzuim en de re-integratie serieus nemen. Het voorkomen van langdurig ziekteverzuim is in het belang van zowel de werknemer als de werkgever. Een succesvolle re-integratie kan bijdragen aan het behoud van gezonde arbeidsverhoudingen en het voorkomen van onnodige kosten voor de werkgever.
Al met al is het tweede spoor van de Wet verbetering Poortwachter van groot belang bij de re-integratie van zieke werknemers. Het is een verplichting voor werkgevers en kan bijdragen aan een succesvolle re-integratie van de werknemer en het beperken van de kosten van het ziekteverzuim voor de werkgever. Werkgevers en werknemers dienen zich bewust te zijn van hun rechten en plichten en dienen tijdig actie te ondernemen bij ziekteverzuim en re-integratie.